Mathilde Pourplanche:
Men kan daar neen op antwoorden. Op het levensverzekeringscontract zou in België in principe geen taks op de effectenrekeningen geheven worden. Voor een goed begrip en voordat ik je het woord geef, leg ik het verzekeringsprincipe nog eens uit. De verzekeringsnemer stort dus een premie aan de verzekeraar. En de verzekeraar wordt hierdoor eigenaar, houder van de fondsen.
Hij zal dat geld in een beleggingsfonds beleggen dat door de cliënt werd bepaald: een extern fonds, een collectief intern fonds, of een geïndividualiseerd fonds.
In ruil krijgt de verzekeringsnemer een schuldvorderingsrecht ten aanzien van de verzekeraar.
Ik wil dit benadrukken voor de effectentaks, omdat die effectenrekening. Die uiteindelijk aan het contract is gekoppeld, niet aangehouden wordt door de cliënt, de verzekeringsnemer die in België woont, maar voor naam en rekening van de verzekeraar.
Die effectenrekening wordt bij een depotbank gedeponeerd, en om taks op de effectenrekening te vermijden, wordt beter niet voor een Belgische depotbank gekozen.
Maar misschien moet je het hebben over het toepassingsgebied van de taks.
Aurélien Vandewalle:
Juist! De jaarlijkse taks op de effectenrekeningen wordt geregeld door de wet van 2021.
Ter herinnering: een eerste versie werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof. De wetgever nam een nieuwe wet aan die in 2021 in werking is getreden. Dus zoals je al zei, het voorwerp van de taks op de effectenrekening, is de effectenrekening zelf. Maar die taks geldt alleen voor wat feitelijk onder het toepassingsgebied van die taks valt en daarvoor moet er een zeker aanknopingspunt met België zijn. Dus het aanknopingspunt in het kader
van een levensverzekeringscontract kan de verzekeringsmaatschappij zijn, als het een Belgische verzekeringsmaatschappij is. Dus hier, bijvoorbeeld bij Baloise, gaat het niet om
een in België gevestigde verzekeringsmaatschappij. Dat is dus geen aanknopingspunt voor ons. Een ander aanknopingspunt zou inderdaad de plaats van de depotbank kunnen zijn. Hebben we een depotbank in België? Dus hier kan de situatie zich voordoen, waarin Baloise een levensverzekeringscontract aanhoudt dat gekoppeld is aan een beleggingsfonds waarvan de effectenrekening bij een Belgische bank is gedeponeerd. In dat geval zijn er ten eerste argumenten die ondersteunen dat men zich zelfs wanneer de depotbank in België ligt, op grond van het Belgisch-Luxemburgse belastingverdrag tegen de taks kan verzetten. Voorts zijn er twee arresten van het Hof van Cassatie die niet op die vraag, maar op een vergelijkbare taks betrekking hebben. Ze dateren geloof ik van april 2022. Volgens de Belgische administratie kan dat verdrag op grond van die arresten niet worden ingeroepen. Dus een Luxemburgse maatschappij die een effectenrekening heeft in het kader van een levensverzekeringscontract bij een Belgische bank, is de taks verschuldigd. De administratie heeft dit standpunt zeer duidelijk ingenomen in een circulaire en haar FAQ. De Belgische banken, die taks op de effectenrekening verschuldigd zijn, volgen dit standpunt en houden de taks af van de effectenrekening van een Luxemburgse maatschappij. Dus vandaag is de situatie inderdaad zo dat voor een Luxemburgs levensverzekeringscontract bij een Belgische depotbank, de effectenrekeningtaks in principe verschuldigd is, maar niet in de andere gevallen. Bij een Luxemburgs levensverzekeringscontract met een depotbank buiten België, valt men onder geen enkel criterium van het toepassingsgebied van de wet. In dat geval is de effectenrekeningtaks duidelijk niet verschuldigd.
Mathilde Pourplanche:
In die wet zijn ook een aantal maatregelen tegen misbruik opgenomen. Kun je ons daar wat meer over vertellen?
Aurélien Vandewalle:
Ja, natuurlijk ! In het wetboek diverse rechten en taksen, dat de taks op de effectenrekening bevat, heeft de wetgever een voor dat wetboek specifieke bepaling tegen misbruik ingevoerd. Bij de levensverzekering werd dit veel besproken. Waarom? Ik herinner mij een specifieke verklaring in de voorbereidende werkzaamheden van de wet.
Deze bepaling werd toen tijdens de parlementaire besprekingen ingevoerd: kan onder meer fiscaal misbruik zijn, het omzetten van een effectenrekening naar een Luxemburgs levensverzekeringscontract tak 23.
Vanaf toen stelde zich de vraag of het risico bestaat dat dit reeds geldt bij het sluiten van een contract? Het is dus belangrijk erop te wijzen, en in de parlementaire werkzaamheden staat het duidelijk: er is pas sprake van fiscaal misbruik, als een zekere verrichting plaatsvindt om de taks te ontwijken. Alleen al om die reden kan men het risico van fiscaal misbruik bijna steeds uitsluiten.
De verzekeringsnemer die immers beslist zijn effectenrekening in een levensverzekering om te zetten, doet dit zeker niet om de taks van 0,15% te ontwijken. Wat het tegenbewijs van fiscaal misbruik betreft, zijn er uiteraard veel andere redenen, dan die kleine taks van 0,15% die rechtvaardigen dat een levensverzekering afgesloten wordt.
We hebben dat besproken, maar het is erg anekdotisch en ik denk dat het risico onbestaand is in een normale situatie.
Mathilde Pourplanche:
En het is de administratie die moet bewijzen dat de verzekeringsnemer zijn contract, zijn effectenrekening, heeft omgezet naar een levensverzekering
Aurélien Vandewalle:
Dat is belangrijk wat je daar zegt: de bewijslast van fiscaal misbruik rust op de administratie. Als de administratie het kan bewijzen, kan de belastingplichtige nog tegenbewijs leveren, waarmee hij bewijst dat de verrichting door andere dan fiscale motieven werd ingegeven